Historie
Introductie
Halverwege 1994 werden de eerste foto’s vrijgegeven van de nieuwe sportcoupé en cabriolet waar Alfa Romeo onder de codenaam Tipo 916 aan werkte, maar tijdens de Mondial de l'Automobile in Parijs van oktober 1994 werden de nieuwe Alfa Romeo GTV en Spider voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Na negen jaar kreeg de Alfetta GTV eindelijk een opvolger en de Spider na twee jaar van afwezigheid. Waarschijnlijk zag Fiat, sinds 1986 eigenaar van Alfa, er halverwege de jaren 80 niets in om een nieuwe GTV uit te brengen. Er moesten grote aantallen afgezet worden en dat lukt niet met sportwagens. De nieuwe GTV was dan toch ook een beetje een verrassing. Gelukkig zag de CEO van Fiat, Paolo Cantarella, in dat een sportwagen het imago van sportief merk als Alfa Romeo goed deed, wat zich uiteindelijk ook weer zou uiten in de verkoopaantallen. Bovendien kwamen er in de jaren 90 weer meer merken met sportwagens op de markt, dus kon Alfa Romeo niet achterblijven. De Spider en GTV, die gelijktijdig werden ontwikkeld, zijn eigenlijk dezelfde wagens, de Spider is de cabriolet en de GTV (Grand Turismo Veloce) de coupé. Het waren dus niet, zoals vroeger, twee heel verschillende modellen. Beide auto's werden goed ontvangen door de pers en publiek. Bekende Alfa-voordelen waren natuurlijk de wegligging en het ontwerp, maar ook het comfort en de interieurruimte maakten indruk. Minpunten die zowel voor de Spider als de GTV golden waren de beperkte bagageruimte, zelfs voor een sportwagen, en de redelijk hoge prijs. Blijkbaar konden veel mensen met deze minpunten leven, want beide wagens verkochten toch erg goed.
Styling
De GTV en Spider werden ontworpen door Enrico Fumia bij designhuis Pinninfarina in nauwe samenwerking met het Alfa Romeo Centro Stile, destijds onder leiding van Walther de ‘Silva. Het meest opvallende aan de 916 is het ontwerp, dat gekenmerkt door een sterke wig vorm, een lange wielbasis, poli elliptische koplampen en een grote motorkap. Aan de achterkant zijn de achterlichten verwerkt in een horizontale rode balk. De GTV en Spider hebben een aantal typische kenmerken van Alfa Romeo's uit het verleden, de grille lijkt qua structuur op de grille van een 6C2300 (tipo159) en de snorren onder de koplampen lijken op de exemplaren van een Duetto. De achterkant van de Spider is lager dan die van de GTV en de achterkant van de GTV lijkt ervan "afgehakt" te zijn. Hier herleeft ook de term “Coda Tronca” ofwel, afgehakte staart. Van binnen vallen meteen de afzonderlijke toerenteller en snelheidsmeter op met daarom heen een sportief interieur. Het dashboard bestaat uit twee ronde klokken met een overkapping en een middenconsole met drie metertjes die doen herinneren aan de oude Alfa Romeo's.
Tijdens het ontwerpproces van de Spider had De ‘Silva een stylingprobleem met de lengte van de wielbasis van het C-platform (2540mm) om de Spider een duidelijk ander profiel te geven als de GTV. De Silva: “We wilden de Spider iets korter maken als de GTV. In 1990 hebben wij Pininfarina gevraagd twee modellen van de Spider de modeleren waarvan er een de dezelfde wielbasis had als de GTV en de andere 50mm korter was. Toen we naar de beide modellen keken bleek dat het eigenlijk niet belangrijk was. De GTV en Spider zijn voor een groot deel identiek. Echter, de achterzijde is wezenlijk anders. Voor de achterzijde van de GTV wilden we een agressiever en sterker beeld waarvoor Pininfarina een korte hoge achterkant bedacht, terwijl de achterzijde van de Spider veel traditioneler is en meer doet denken aan de Duetto. Het was belangrijk dat beide auto’s een eigen identiteit hadden en de GTV niet een Spider met hardtop zou worden”. Overigens is de carrosserie van de GTV 64% stijver dan die van de Spider.
Het eerste prototype van het dashboard heeft het productiestadium nooit gehaald. Met het oog op de Amerikaanse markt had Pininfarina bij dit dashboard een aantal delen ontworpen die in de kleur van het koetswerk waren gespoten zoals bij de Fiat Coupe en Barchetta. De ‘Silva had hierover vanaf het begin al zo zijn twijfels en met de beslissing dat Alfa zich in 1995 zou terugtrekken van de Amerikaanse markt werd door het Alfa Centro Stile het dashboard compleet opnieuw ontworpen. Ook het “waterproof” interieur voor de Spider, compleet met speciale stekkerverbindingen en watervaste stoelbekleding haalt het productiestadium uiteindelijk niet.
In 1995 won de Alfa GTV het "Gouden Stuurwiel", de meest prestigieuze Duitse prijs in de categorie Kompactwagens. Het "Gouden Stuurwiel" is een initiatief van "Bild am Sonntag", Europa's meest gelezen zondagsblad. De prijs wordt al sinds halverwege de jaren 70 uitgereikt en ging in 2000 naar de Alfa 147.
Concept
Als basis voor het ontwerp van de 916 werd de Alfa Romeo Vivace concept car uit 1986 als uitgangspunt genomen. De Vivace werd ontworpen door Pininfarina en bestond in twee carrosserievarianten, een spider en een coupé. Het idee achter het studiemodel was om uitwisselbaarheid van plaatwerkdelen te creëren tussen beide carrosserie varianten. Het ontwerp van de neus van de Vivace zag men later op de Alfa Romeo 164 terugkomen.
De Alfa Proteo concept car uit 1991, welke door Walther de ‘Silva werd ontworpen, bevatte een groot aantal kenmerkende stylingelementen van de 916 en was bedoeld om de reacties bij het grote publiek te peilen.
In 1997 toont het Centro Stile, in samenwerking met Zagato, nog een disign-grapje op basis van de Spider "De Spider Monoposto".
Onderstel
De Spider en GTV zijn duidelijk andere auto’s dan hun voorgangers en dat begint al bij de aandrijving. Voorwielaandrijving, maar dat had niemand anders verwacht na de introductie van de Alfa 164 en 155. De Spider en GTV zijn gebaseerd op de Alfa 155 die op zijn beurt weer is gebaseerd op de Fiat Tipo/Lancia Delta, maar Alfa gaf hierbij aan, dat het onderstel zo was veranderd, dat je nauwelijks nog van enige gelijkenis met de concerngenoten kon spreken. Slechts de wielbasis was hetzelfde gebleven, maar de wegligging lag op een veel hoger niveau. Bij Alfa was Gianclaudio Travaglio belast met de ontwikkeling van de wielophanging. Hij kreeg van Fiat baas Cantarella mee dat het onderstel gelijkwaardig en zelfs beter moest zijn dan dat van de toenmalige Honda Civic VTI en Lotus Elan. Aan de achteras heeft Travaglio de meeste tijd besteed en het resultaat mocht er zijn. Elk wiel wordt viervoudig geleid door een triangel boven en door twee separate draagarmen onder. De vier armen, en de torsiestabilisator, zijn bevestigd aan een lichtmetalen subframe dat onder de bodemplaat is bevestigd. De geometrie is zodanig gekozen dat de krachten die normaliter leiden tot het “rollen” van de carrosserie worden gebruikt om de wielstanden te optimaliseren. Bij het insturen van een bocht reageert de ophanging eerst met een licht tegengestelde stuurbeweging om vervolgens, als de middelpuntvliedende kracht de auto in zijn grip heeft, op een licht meesturen over te gaan, in dezelfde richting als de voorwielen. Met deze constructie kan de auto een in een bocht een dwarskracht aan van 0,94G en is het camber van de achterwielen altijd optimaal waardoor deze bij remmen in de bocht stabiel blijft.
Evolutie
In 1998 was het tijd voor een eerste facelift en werd de phase 2 geïntroduceerd. De bumpers en dorpels waren nu in kleur gespoten evenals de zij-skirts en de grille kreeg een chromen randje en een ander binnenwerk, de GTV 3.0 V6 kreeg een grote spoiler op de achterklep, volgens Alfa noodzakelijk wegens de hoge topsnelheid. Binnenin werd de middenconsole ingrijpend gewijzigd en deze leek nu veel op die van de Alfa 156. De drie ronde knoppen voor verwarming en ventilatie kwamen bijvoorbeeld uit deze wagen. Ook kreeg het dashboard nu drie ronde ventilatieroosters bovenaan de middenconsole. Het lederen interieur werd vervangen door een uitvoering gemaakt door Momo en er kwam een nieuw kleiner 3-spaaks airbagstuur. Optioneel kon gekozen worden voor een interieur in Blue Style of in Red Style, welke te herkennen is aan het blauwe of rode dashboard. Tevens werden er een aantal nieuwe carrosseriekleuren geïntroduceerd waaronder de parelmoer kleur Azzurro Nuvola.
Specials
In 1999 werd de GTV Cup geïntroduceerd als speciale uitvoering ter gelegenheid van de GTV Cup die in Italië in 1999 en 2000 door 150 genodigden van Alfa Romeo werd verreden. De raceauto’s zijn standaard 3-liter V6 24 kleppers, opgezet volgens het groep N reglement waarbij alleen het onderstel licht werd aangepast en het interieur van het overbodige gewicht werd ontdaan. De raceauto’s werden door Fiat Auto Corse geprepareerd en door Alfa Romeo dealerteams onderhouden.
De straatversie GTV Cup is alleen in Italië, België en het Verenigd Koninkrijk op de markt gebracht.
De kenmerken van de GTV in Cup uitvoering:
-Totaal 500 stuks gebouwd.
-Geleverd in 2.0TS en 3.0V6 24v.
-Leverbaar in de kleuren Crigio Ciaro en Alfarosso.
-Compleet Zender spoilerpakket.
-7.5X17'' 5-gaats Cup velgen (Teledial in de kleur bright silver).
-Einddemper met rond sierstuk.
-GTV-Cup badge op de achterklep.
-Genummerde badge op de middenconsole.
-Middendeel dashboard in titanium grijs.
-Binnenring in snelheids- en toerentalmeter en de drie meters in de middenconsole in chrome.
-Stoelen zijn van leer, echter het middelste gedeelte is van stof in zwarte kleur.
In 2001 werden er een aantal technische verbeteringen doorgevoerd. De motoren werden schoner, de stoelen werden verbeterd
en kregen o.a. een verstelbare lendesteun en in hoogte verstelbare hoofdsteun en werd een mechaniek in de deuren aangebracht
waardoor de ruit bij het openen van de deur een klein stukje omlaag zakte.
De grote spoiler op de achterklep van de GTV 3.0 verdween weer uit de standaard levering.
In 2001 werd de GTV Edizione Sportiva uitgebracht. Actiemodel in dezelfde geest als de Cup uit 1999. De GTV Edizione Sportiva werd alleen in Duitsland op de markt gebracht.
De kenmerken van de Edizione Sportiva:
-Leverbaar in de kleur Nero metallic.
-Electrisch verstelbare en verwarmde stoelen.
-Zwart Momo leer met rode stiksels en rood tapijt.
-Zender luchtuitlaat.
-7.5X17'' 5-gaats Teledials
-Einddemper met rond sierstuk.
-Blaupunkt audio/navigatiesysteem.
-Binnenring in snelheids- en toerentalmeter en de drie meters in de middenconsole in chrome.
In 2003 dacht iedereen dat het na acht productiejaren wel zo'n beetje gedaan zou zijn met de GTV en Spider, maar tijdens de motorshow van Geneve in 2003 werd de door Pininfarina gefacelifte phase 3 onthuld. De neus werd volledig vernieuwd en was nu geheel in stijl met de 147 en vernieuwde 156 en 166. De neus was ronder en de grille groter, sommige mensen vonden de neus te rond en niet bij de 916 passen, maar het leek wel moderner en het paste beter naast de andere Alfa's uit de prijslijst.
Motoren en prestaties
-GTV phase 1 (1995-1998) Bij de introductie in Nederland bestond het programma uit twee motorvarianten, de 2.0 Twin Spark 16v en de 2.0 V6 Turbo. Eind 1997 werd het programma aangevuld met de 3.0 V6 24v. De 4 cilinder 2.0 TS 16v is in de Alfa Romeo range geen onbekende, deze motor is o.a. ook te vinden in de 155 en 145 QV. De 2.0 TS 16v levert dankzij de dubbele ontsteking en variabele kleptiming een keurige 110kW (150pk). De 2.0 V6 Turbo, welke eigenlijk ontworpen werd voor de Italiaanse markt, is met de Garett T25 turbo en intercooler goed voor een vermogen van 147kW (200pk) en een van topsnelheid van 235 km/h en een sprint van 0 tot 100 km/h is 7,4 seconden.
2.0 TS 16v 110kW (150pk) 215 km/h 8,4 sec.
2.0 V6 TB 147kW (200pk) 235 km/h 7,4 sec.
-GTV phase 1 “tussenmodel” (1997-1998)
Aan het eind van 1997 werd de 3.0 V6 24v met een vermogen van 162kW (220pk) leverbaar welke een topsnelheid heeft van 240 km/h.
Het tussenmodel heeft t.o.v. de phase 1 een gril met chromen rand, optioneel leer in Momo en een 3-spaaks airbagstuur en is met een phase 1 dashboard uitgevoerd waarbij de knoppen van de verwarming rechthoekig zijn in plaats van rond.
3.0 V6 24v 162kW (220pk) 240 km/h 6,7 sec.
-Spider phase 1 (1995-1998)
Bij de introductie van de Spider bestond het programma uit twee motorvarianten, de 2.0 Twin Spark 16v met 110kW (150pk) en de 3.0 V6 12v met 141kW (192pk).
2.0 TS 16v 110kW (150pk) 210 km/h 8,4 sec.
3.0 V6 12v 141kW (192pk) 235 km/h 7,3 sec.
-GTV phase 2 (1998-2003)
In 1998 kreeg de 916 zijn eerste facelift en gaat sindsdien door het leven als "phase 2". Qua motoren kwam er een 1.8 TS 16v bij met 106kw (144pk) en peuterde de Alfa technici nog wat extra vermogen uit de 2.0 TS 16v 114kW (155pk). De 3.0 V6 24v kreeg een 6-versnellingsbak en er werden nog wat kleine elektronische wijzigingen doorgevoerd waaronder een elektronisch gasklephuis.
In 2001 werden de motoren schoner vanwege milieueisen, wat ten koste ging van vermogen. De 2.0 TS 16v leverde toen nog 110kW (150pk) en de 3.0 V6 24v 160kW (218pk). De 2.0 V6 TB verdween uit het leveringsprogramma.
1.8 TS 16v 106kW (144pk) 210 km/h 9,2 sec.
2.0 TS 16v 114kW (155pk) 216 km/h 8,4 sec.
2.0 V6 TB 147kW (200pk) 235 km/h 7,4 sec.
3.0 V6 24v 162kW (220pk) 250 km/h 6,7 sec.
2.0 TS 16v (2001) 110kW (150pk) 215 km/h 8,5 sec.
3.0 V6 24v (2001) 160kW (218pk) 238 km/h 6,9 sec.
-GTV Cup (1999-2000)
In 1999 werd de GTV Cup geïntroduceerd. De GTV Cup was uitsluitend leverbaar in rood en zilvergrijs met de keuze uit twee motoren; de 2.0 TS 16v en de 3.0 V6 24v.
2.0 TS 16v 114kW (155pk) 216 km/h 8,4 sec.
3.0 V6 24v 162kW (220pk) 250 km/h 6,7 sec.
-GTV Edizione Sportiva (2001)
In 2001 werd de GTV Edizione Sportiva uitgebracht.
Net als de GTV Cup was de GTV Edizione Sportiva leverbaar met twee motoren en uitsluitend in de kleur zwart metallic.
2.0 TS 16v 110kW (150pk) 215 km/h 8,5 sec.
3.0 V6 24v 160kW (218pk) 238 km/h 6,9 sec.
-Spider phase 2 (1998-2003)
Net als bij de phase 2 GTV kreeg de Spider dezelfde cosmetische wijzigen mee. Ook werd het motorenpallet aangevuld met de 1.8 TS 16v met 106kw (144pk). De 2.0 TS 16v leverde voortaan 114kW (155pk). De vertrouwde 3.0 V6 12v bleef ongewijzigd.
In 2001 werden ook de motoren voor de Spider vanwege milieueisen aangepast. De 2.0 TS 16v leverde toen nog 110kW (150pk). Tevens werd de 3.0 V6 24v geïntroduceerd met 160kW (218pk) ter vervanging van de 3.0 V6 12v.
1.8 TS 16v 106kW (144pk) 205 km/h 9,3 sec.
2.0 TS 16v 114kW (155pk) 211 km/h 8,4 sec.
3.0 V6 12v 141kW (192pk) 225 km/h 7,3 sec.
2.0 TS 16v (2001) 110kW (150pk) 210 km/h 8,5 sec.
3.0 V6 24v (2001) 160kW (218pk) 233 km/h 6,8 sec.
-GTV phase 3 (2003-2005)
Met de drastische cosmetische wijzigingen van de phase 3 werd er ook aan het motorenpallet behoorlijk wat veranderd. De 1.8 TS 16v en de 3.0 V6 24v werden uit het leveringsprogramma geschrapt. Hiervoor in plaats kwamen twee nieuwe motoren. Als eerste werd de nieuwe 2.0 JTS leverbaar, deze 4 cilinder was de eerste direct ingespoten benzine motor van Alfa Romeo. Dankzij deze nieuwe techniek werd er uit de 2.0 16v nu een vermogen gehaald van 121kW (165pk) en een topsnelheid van 220km/h. De tweede nieuwe motor was de 3.2 V6 24v , deze motor leverde een vermogen van 176kw (240pk). Met deze V6 haalde de GTV zelfs een topsnelheid van 255 km/h en zorgde er op dat moment voor dat de GTV de snelste in serie geproduceerde Alfa Romeo ooit werd. Deze motor was bekend uit de 147 GTA en 156 GTA, maar in die wagens leverde hij nog eens 10 pk meer. De oude bekende 2.0 TS 16v met 110kW (150pk) bleef in het programma.
2.0 TS 16v 110kW (150pk) 215 km/h 8,5 sec.
2.0 JTS 121kW (165pk) 220 km/h 8,4 sec.
3.2 V6 24v 176kW (240pk) 255 km/h 6,3 sec.
-Spider phase 3 (2003-2005)
Vanaf phase 3 zijn GTV en Spider uitgerust met dezelfde krachtbronnen.
Met een topsnelheid van 242 km/h werd de 3.2 V6 de snelste Spider van Alfa Romeo ooit.
2.0 TS 16v 110kW (150pk) 210 km/h 8,5 sec.
2.0 JTS 121kW (165pk) 215 km/h 8,4 sec.
3.2 V6 24v 176kW (240pk) 242 km/h 6,3 sec.
Productie
De GTV en Spider werden in kleine aantallen gebouwd bij Alfa Romeo in Arese vlakbij Milaan tot de sluiting van deze productiefaciliteit in 2001. Vanaf dat moment werden daar alleen nog de V6 motoren gebouwd totdat deze moesten wijken voor het V6 blok van GM. Op het huidige fabrieksterrein zijn alleen nog het Alfa Centro Stile en het Alfa Romeo Museo Storico gevestigd.
Medio 2001 werd de productie van de GTV en Spider overgeplaatst naar de productiefaciliteit van Pininfarina in Grunasco vlakbij Turijn. Deze auto’s zijn te herkennen aan het chromen Pininfarina logo en het Pininfarina schild.
Van de GTV Twin Spark modellen zijn ca. 25.000 exemplaren geproduceerd. Van de GTV 2.0 TB in totaal 6412 en van de GTV 3.0 V6 zijn er 5021 gebouwd. Van de Spider zijn meer dan 30.000 exemplaren gemaakt, waarvan er 3888 met V6 motor.
Verkoop aantallen
Onderstaande verkoopcijfers zijn verkregen via de voormalig Alfa Romeo importeur Fiat Auto Nederland en geven een beeld van de destijds nieuw geregistreerde aantallen in Nederland.
Jaar | GTV | Spider |
---|---|---|
2007 | 0 | 1 |
2006 | 0 | 7 |
2005 | 0 | 22 |
2004 | 21 | 42 |
2003 | 15 | 45 |
2002 | 17 | 23 |
2001 | 36 | 45 |
2000 | 66 | 79 |
1999 | 115 | 115 |
1998 | 86 | 99 |
1997 | 89 | 96 |
1996 | 209 | 164 |
1995 | 113 | 106 |
Totaal | 773 | 884 |
Totaal 916 | 1617 |
In maart 2008 was het aantal (nieuw geregistreerd en geïmporteerd minus gesloopt) circa 845 GTV’s en circa 1194 Spiders wat een totaal van circa 2039 “rijdende” 916’s in Nederland maakt. Bron: Fiat Auto Nederland.
Het einde van de 916
Aan alles komt een eind, dus ook aan deze generatie Spider en GTV, want begin 2005 werd bekend gemaakt dat beide wagens een opvolger kregen en dat de productie inmiddels was stopgezet. Ondanks dat het ontwerp nog steeds tijdloos is, begonnen de jaren wel te tellen voor beide wagens in vergelijking met de vele nieuwe concurrenten. Hoewel deze generatie Spider en GTV zich niet direct lieten vergelijken met hun voorgangers waren het toch redelijk succesvolle wagens met hun eigen karakter die er mede voor gezorgd hebben, dat Alfa Romeo zijn reputatie als bouwer van krachtige en fraaie sportwagens weer terug kreeg.